Kortverhaal

II. DELIVERY OF HAPPINESS

Ze vulde haar kop opnieuw, deze keer met gewone, ouderwets gezette koffie waar ze geen foto van trok. Was dit misschien het begin van de puberteit? Ze had ergens gelezen dat die steeds vroeger begon. Of had Lennie terecht kritiek, had ze ergens wel gelijk … Eliza’s bestaan daverde op zijn grondvesten als ze die gedachten toeliet en verder exploreerde. Ja, natuurlijk was ze zich bewust van het feit dat duizenden onbekenden hààr dochter misschien beter kenden dan hun eigen kind. Maar er was toch nooit iets gebeurd? Ze kreeg alleen maar positieve reacties. Op die enkele tientallen van jaloerse Para-mo’s na. En ja, soms had ze al eens spullen aanvaard van merken met een dubieus verdienmodel of weinig aandacht voor duurzaamheid. Iets waar ze volgens haar bio nochtans zoveel belang aan hechtte. Maar dat ging geen kat checken, toch? En nog ja, ze wist wel dat haar feed geen uitbeelding van het echte leven was, maar dat was net haar missie: mensen doen dromen. Ze was er dag en nacht mee bezig, in tegenstelling tot wat veel mensen, nu ook haar eigen dochter, dachten. Contracten onderhandelen met merken die haar of Lennie wilden sponsoren, statistieken bijhouden over haar account, verslagen maken van wat acties opbrachten, foto’s nemen en bewerken, interessante captions bedenken … Het voelde als een fulltime job. Ze moest dringend een naam bedenken voor wat ze deed. Content Creator of zo, dan zou Lennie misschien weer naar haar opkijken. Of nee, beter nog, Dream Maker, dat paste meer bij de ongeschreven richtlijnen van de Parallel-community. Een betere wereld, een droomwereld. Parallel – where dreams become reality.

Het geluid van de deurbel schudde haar wakker uit haar overpeinzingen. Ach nee, dat zal Elvis al zijn. Haar vaste DoH-koerier, haar persoonlijke geluksbezorger. Hij kwam ongetwijfeld het ongedragen jumpsuit weer ophalen, de afspraak was dat ze het zou retourneren als er binnen de 12 uur geen foto en filmpje op haar Parallel-account met 22.783 volgers was verschenen. En dat was dankzij Lennie dus niet gelukt. Tara, de bezielster en Relationship Marketeer van TARARAboemKIDS, had Elvis zonder aarzelen opgebeld en gestuurd, daar was ze zeker van. Jammer, Lennie had er anders prachtig mee gestaan, daar was ze van overtuigd. En het had haar zeker en vast nieuwe volgers opgeleverd. De kaap van 25.000 lag in het verschiet, nieuwe bronnen van inkomsten binnen handbereik. Maar dat waren zorgen voor morgen.

Tot haar grote wanhoop was het jumpsuit vanmorgen verdwenen. Ze kon het nergens meer terugvinden en Lennie beweerde bij hoog en bij laag dat ze het niet had, al zou ze het wel graag verbrand of in duizend stukjes verknipt hebben, gewoon om haar te pesten, had ze er fijntjes aan toegevoegd.

Elvis leek niet op dé echte Elvis en bezat ook geen greintje rock & roll. Hij heette zelfs niet echt zo, maar omdat zijn echte naam door niemand juist werd uitgesproken, hadden ze er bij DoH niet beter op gevonden dan hem Elvis te noemen. Ook op officiële documenten, zoals zijn dagcontracten en wekelijkse loonfiches of tijdelijke werkonderbrekingen wanneer er niet genoeg bestellingen binnenliepen. In de bedrijfsbingo, waar alle koeriers hun geleverde aantallen en opgehaalde retours om ter snelst moesten aanduiden, had hij wel zijn eigen nickname mogen kiezen, maar was hij gewoon Elvis gebleven. Hij moest de dingen niet nodeloos ingewikkeld maken. Zo moeilijk was zijn echte naam nochtans niet, vond hij zelf. Of zijn ouders, die nog in Bangladesh woonden. Udakendawala Siri Kerinkalabankara. Uddy voor de vrienden. Maar hier noemde iedereen hem Elvis. Echt leuk vond hij dat niet, als hij eerlijk was.

Zijn vrouw en twee dochters zeiden dat hij zich niet mocht laten doen, dat hij voor zichzelf moest opkomen. Maar hij had een kostbare job waar tientallen anderen voor in de rij stonden, en die hij absoluut niet mocht verliezen.

Het was vandaag op de dag exact zes maanden dat hij aan de slag was als leverancier van Happiketjes, kleine pakketjes Happiness, geluk in een doosje. Nog even en hij hoorde bij de anciens. Onder de koeriers van de afdeling Happiketjes was er veel concurrentie, maar de Chief Happiness Officer noemde dat gezonde competitiviteit. Zo zouden de geluksbezorgers hun Happy Targets sneller halen, beweerde hij, en wanneer ze die haalden kregen ze een Happy Bonuspunt.  Wanneer iemand 9.563 bonuspunten – de CHO hield niet van ronde getallen, Elvis had geen idee waarom – had verzameld, kon die doorstromen naar de afdeling Instant Happiness. Dat was next level, zoals de CHO het noemde. Volgens hem won DoH daar de race tegen de klok, iets waar hij erg trots op was en waarin ze zich onderscheidden van andere pakjesdiensten. De Instant Happiness Drivers kregen ’s morgens vroeg, om iets voor 5u, de barcode van hun Instantpakje samen met het adres van de Lucky One. Dan hadden ze welgeteld 199 minuten om de bestelling op te halen en af te leveren. Als ze binnen die tijd de handtekening van de bestemmeling hadden geregistreerd in hun HappyTargets-app, kregen ze 1 bonuspunt. Een pakje afleveren in een daarvoor voorziene grote brievenbus telde niet. Niemand wist hoeveel bonuspunten je moest halen om door te stromen naar de volgende afdeling. Niemand wist wat die afdeling was. Niemand had dat level ooit ‘unlocked’, had de CHO hen samenzweerderig toegefluisterd tijdens een van de maandelijkse HappyTogethers, een soort van verplichte borrel voor de medewerkers, goed voor de teamspirit, maar waar ze wel hun eigen drankje moesten betalen en die zonder uitzondering buiten de werkuren door ging. Ze moesten er ook hun uniform aanhouden, dat ze overigens elke avond in de wasmachine hoorden te steken, want een onberispelijk voorkomen was een van de vereisten om bij DoH aan de slag te mogen. Op een van die borrels had de CHO de bedrijfsbingo geïntroduceerd en dat bepaalde sindsdien het thema van elke bijeenkomst. Het was een spel dat ieder voor zich speelde, niemand begreep hoe het bijdroeg aan de teamspirit en niemand voerde een ernstig gesprek omdat daar geen tijd voor was. Ook al had Elvis de indruk dat er best wat sympathieke mensen onder zijn collega’s waren, toch miste hij op die momenten zijn vrouw en dochtertjes het hardst, meer nog dan wanneer hij alleen in zijn Pretcamionet zat op weg naar alweer een gelukzak die op dat moment vol spanning op zijn pakketje zat te wachten.

Elvis vond het soms wel wat vreemd, al die pakjes Happiness die in enorme vrachtwagens in het magazijn geleverd werden en dan weer zo snel mogelijk de deur uit moesten. En altijd maar bij dezelfde mensen terechtkwamen. Mensen die er soms zoveel van hadden, dat ze pakjes terugstuurden. Of de Happiness was toch niet in de kleur die ze graag wilden, of de Happiness had een kreukje, een barstje, een hoekje af, of ze beseften dat ze al ergens eenzelfde pakje Happiness hadden staan. Toch stond hij erop de best mogelijke service te bieden, en zijn glimlach was daar het toppunt van. Die werkte bij elk van zijn toegewezen 57 Lucky People, zijn vaste adressen, behalve bij Eliza. Waar hij nu voor de deur stond.

>> Lees verder op de volgende pagina (3) >>