Daar fietste ik dan, met een hoofd vol verhelderende, bijna filosofische gedachten. De lange rechte weg langs het al even rechte kanaal, de cadans van het haperende schakeltje in de versleten kettingkast van mijn stalen ros en het ritmische gepeddel zorgden voor enkele lucide opklaringen in mijn hoofd. Daar zou ik straks over schrijven, dacht ik dapper. Over meer dan dagelijkse bekommernissen, om niet te zeggen existentiële vraagstukken. Uiteraard met lady Bulinski in de hoofdrol. Die dan ingehaald wordt door, hoe zal ik het noemen? Dagelijkse bekommernissen? Het leven op zich?
Er borrelde iets, er broeide nog wat meer. Ik zag de uitgekookte zinnen al uit mijn brein rollen. Tot een evenwichtig stukje tekst. Ik had er zin in.
Zo fietste ik.
Toen kwam ik thuis, moest ik gauw weer weg, en kwam ik even later toch terug thuis. Met een baby op de arm, rugzakje in de hand, kleuter zachtjes voor me naar binnen duwend. En viel er prompt een kast om. Zomaar (en ook omdat er een pootje kapot was)(dat wisten we)(we hadden het gewoon genegeerd)(door het te negeren was het in principe niet meer kapot)(en zou de kast nooit vallen).
Het was een stomme ladekast vol rommel. Alle rommel lag nu op de vloer met de kast er boven op.
Ik moest de baby dringend eten geven. Eerst een propere pamper. Ik moest ook snel nog koken voor de kleuter en mezelf. Aan tafel. Afruimen. Opruimen. Boekje voorlezen. Plasje weggieten. Afwassen. Baby entertainen. Kleuter in bed krijgen. Papflessen steriliseren. Had ik zelf al gegeten?
En oh ja. Het slagveld van de omgevallen kast. Geef mij maar een glas wijn.
Zo is dit wat het is. Een verslag van goede bedoelingen. Maar ik werd ingehaald door … tja, hoe zal ik het noemen?
ps. Er vielen geen gewonden. Het fietsje op de foto doet het geheel nog dramatischer lijken. Ha.
0 reacties op “Ingehaald door het echte leven”