Kindercircus

Overpeinzingen bij een boke met kaas

Ongegeneerd zat ik van aan de overkant van de tafel naar haar te staren. Ze had helemaal niets in de gaten, dus ik bleef kijken en observeren, alsof ik haar voor het eerst zag. Hoe ze kleine wolkjes broodkruim van de korsten plukte en die laatste gedecideerd náást haar bord neerlegde. De stukjes die ze wel zou opeten vakkundig tussen haar scherpe tandjes propte en vermaalde tot een doorslikbare brij. Dan dorst had. Hoeveel moeite het kostte om de beker zonder morsen aan haar mond te zetten. Pas toen ze gulzig een veel te grote slok had genomen en zich een beetje verslikte, en daardoor moest lachen, merkte ze mij op. “Ma-ma”, zei ze, op een toon van “Wat zat je mij daar stiekem de hele tijd te bespioneren?” en ze draaide haar krullebolletje verlegen weg, alsof ik dat banale tafereeltje niet had mogen gadeslaan. “Kaasj”, zei ze ook, en met haar kleine wijsvinger prikte ze in haar buik. De kaas had ze ook opgegeten, klopt. Zonder boterham.

Ik moest lachen, en tegelijk vroeg ik me af hoe zalig zorgeloos het leven zou zijn als je enige bekommernis het belegje op je boterham is. Of als je je emoties duidelijk kan maken met alleen maar mimiek: krullende mondhoeken (blij), vooruitgestoken ondertandjes (boos) of een al dan niet oprecht pruillipje (sip of doen-alsof-sip).

Hoewel. Mag ik het leven van een peutertje zo eenvoudig voorstellen? Hoe kan ik namelijk weten wat er allemaal omgaat in dat borrelende hersenpannetje? En denken dat het peuterleven simpel is? Misschien is het net heel frustrerend om nog niet de juiste woorden te kennen en altijd maar Hollandse (gele) kaas op je boke te krijgen, terwijl je ook zin hebt in kruidenkaas, manchego of wie weet, zelfs gorgonzola? Misschien ben je niet gewoon blij, boos of sip maar wel extatisch, verontwaardigd of een beetje zwaar te moede?

Of … misschien toch niet. En daardoor nog heerlijk complexloos en onschuldig. Wordt je leven pas ingewikkeld door al die moeilijke woorden die we je vocabulaire zullen inpompen en die jij je eigen zal maken.

Want zeg nu zelf, zoveel woorden, betekenissen, schakeringen … En nog altijd niet genoeg om perfect uit te drukken wat ik voel. Niet gewoon dat ik je graag zie, want het is méér dan dat. Van je kleinste teentje tot je schattigste blonde krulletje, en alles daar tussenin en binnenin. Babyknietjes, malse beentjes, bol buikje, wijzend vingertje, kuiltjes in lachende kaakjes, lief neusje, blinkende deugnietenoogjes. Je -soms- zachte stemmetje, de woordjes die er nog veelal verkeerd uitkomen. Soms, als je moe bent, hoe je als een souffleetje ineenzakt en met je knuffeldoekje tegen me aan komt soezen. Je dwingende handje als ik mee moet komen, opstaan of naar buiten gaan. Je zotte kuren, springen maar nog niet van de grond raken, imitatieshows van je grote broer. De gezichtjes waarmee je iedereen inpalmt en alles gedaan krijgt. Je stoute kantje. De wilde toeren.

Onvervaard ga jij de wereld tegemoet. En ik zit er bij en kijk ernaar.

Denk aan een eindeloos durend vuurwerk van duizend miljoen hartjes in alle kleuren van de regenboog met nog ledlichtjes en een massa confetti bij. Zoiets.

Bijvoorbeeld.

0 reacties op “Overpeinzingen bij een boke met kaas

Plaats een reactie